Stilleven - Natura Morte - Still Life
Door een groene stip [
] op de plattegrond aan te klikken, gaat u naar een andere zaal. U bevindt zich in de zaal met de rode stip[
].
Aan deze najaarstentoonstelling 2009, waar het stilleven centraal staat, nemen de volgende Hengelose (niet allen MHHK-exposanten) kunstenaars nemen deel:
Jan Baetsen, Willemina Bakkenes, Jan Beerling, Rob Bloemendaal, Agnes Booijink, Leo Bos, Jozef de Bot, Guus van Bruggen, John Brunink, Pier van Dijk, Wendy Fabels, Hettie Franken, Noud van Galen, Viktoria Gudnadottir, Gerry Hesselman Bouwhuis, Peter Hoogers, Merit de Jong, Marian Kromkamp, Ricardo Liong-A-Kong, Hiske Loomans-de Sonnaville, Huub Mikx, Gertie van Nuenen, Otto Oelen, Fra Paalman, PseudonieM, Rob Rekers, Bert van Santen, Ben Schildkamp, Marjo Sleiderink, Erik Staman, Tineke van Steijn, Fenneke ten Thij, Jannemiek Tukker, Dorothé Verberne, Piet Verberne, Gerard de Vries, Anne Wind, Simone Zacharias en Derya Zenginoglu.
Bij deze tentoonstelling heeft Jan Zwienenberg van de Heemtuin Hengelo de volgende tekst gescheven, die hij op 9 juli 2010 in de Heemtuin heeft voorgelezen.
Stil maken
Namens het IVN afdeling Hengelo wil ik u van harte welkom heten op de Heemtuin Hengelo. Mijn naam is Jan Zwienenberg en ik ben als vrijwilliger actief bij deze Heemtuin.
Wij zijn door Ricardo Liong-A-Kong benadert voor medewerking aan de presentatie van de virtuele tentoonstelling Stilleven van het Museum voor Hedendaagse Hengelose Kunst.
Allereerst wil ik graag opmerken dat er overeenkomsten zijn tussen dat museum en onze Heemtuin. Beiden hebben een educatieve functie en geven een beeld van de kunst- en natuurontwikkelingen in een bepaalde omgeving. Voor het MHHK is dit Hengelo en voor de Heemtuin vooral Twente. De website van het MHHK bestaat uit kamers net als de heemtuin met kleine landschappen.
De titel van mijn inleiding is ‘Stil maken’. Deze keuze vraagt in eerste instantie enige achtergrond informatie over mijn doen en laten voor deze Heemtuin. Ik ben al vele jaren actief binnen het IVN. Voor het IVN is de Heemtuin een middel. Een middel om jong en oud de vele facetten van de natuur te laten zien en vooral te laten ervaren. Deze activiteiten vragen de nodige kennis van de natuur. Naast een stevige basiskennis heb ik besloten om mij vooral bezig te gaan houden met planten en de laatste jaren ook de mossen. Die verdieping begint natuurlijk met het leren kennen van zoveel mogelijk soorten. Deze activiteit blijft natuurlijk doorgaan. Daarnaast heb ik de nodige kennis vergaard over de eisen die planten aan hun groeiplaatsen stellen, de relaties tussen planten en insecten en verspreidingsmogelijkheden van planten.
De kennis van soorten bouw ik op door inventarisaties. De laatste jaren heel bewust binnen de stedelijke omgeving waar planten en mossen het nodige zeggen over de kwaliteit van de leefomgeving. Deze inventarisaties leveren het nodige determinatiewerk op en hier ligt ook de eerste relatie met de titel van mijn verhaal. Net als bij de eerste stillevens die schilders vroeger maakten, moet ik plantmateriaal mee naar huis nemen. Dit gebeurde ook bij het maken van een ‘Natura morte’, een boeiende term.
Kunstenaars gebruikten het materiaal voor hun kunstwerk en ik heb het nodig om de plant of mosje de juiste naam te geven en daarna zo nodig op te bergen in mijn herbarium. Het determineren zelf is voor mij meer dan goed lezen en kijken. Het is vooral ook genieten van kleurpatronen, celstructuren, haren etc. Een paar vierkante centimeters waarin verschillende mossen door elkaar groeien geeft onder een binoculair een beeld van tropisch regenwoud, waarin ook nog allerlei kleine beestjes, met vaak fraaie kleuren, leven. Deze beelden fascineren mij niet alleen maar zijn bovenal een heel belangrijke inspiratiebron voor mij om actief te zijn binnen de heemtuin en andere natuurwerkzaamheden.
En nu naar het virtueel museum met vooraf twee vragen: geeft het mij ook die inspiratie en in hoeverre is de natuur in de meest brede zin inspiratiebron geweest voor de 39 kunstenaars. Dit laatste vanuit mijn kennis van de kunsthistorie waarbij bloemen etc. vooral vroeger een belangrijke rol speelden bij de stillevens. Elke bloem had daarbij vaak een symbolische betekenis op basis van duidelijk omschreven spelregels.
Dit werken met symbolen, de verborgen boodschappen, intrigeert mij en ik betrapte mij er op dat ik vaak door deze bril naar de 39 werken heb gekeken. Hierbij ben ik er wel vanuit gegaan dat er waarschijnlijk geen of nog maar weinig symboliek-spelregels zijn.
Vanuit dat perspectief heb ik echt geboeid naar de 39 werken gekeken. Bij een tweede of derde keer kijken zie je of denk je weer iets anders te zien. Over een aantal werken schrijf ik iets. Dit gaat dan over de inhoud en niet de werkwijze, het materiaal etc. Daarvoor ontbreekt het bij mij aan specifieke kennis.
Bloemen blijven gelukkig een rol spelen in verschillende werken. Dit geldt ook voor andere natuurvoorstellingen zoals ‘Pauwenveren’ van Jannemiek Tukker waarbij je in de detailopname goed kunt zien hoe fraai de essentie van de pauwenveer is weergegeven en zo toch in die grote blauwe ruimte opvalt.
Intrigerend vond ik de voorstellingen waarbij ik maar aanneem dat de kunstenaar een boodschap meegeeft in zijn werk. Een paar voorbeelden:
- Bij de gitaar in het zand van Dorothé Verberne kun je in titel ‘En toen was het stil’ allerlei woorden invoegen zoals jammer genoeg stil of nu gelukkig eindelijk stil.
- Zeggen de halfvolle of halflege glazen uit Nieuwspoort van Erik Staman iets over de bezoekers of juist over de spreker die op de achtergrond zichtbaar is?
- Heeft de oranjekleur van de fles in ‘Tuin-stilleven met oranje fles’van Simone Zacharias en bepaalde betekenis?
- De bos hout in ‘Hommage aan het genre’van Pier van Dijk kun je opbouwend maar ook als brandhout zien.
- ‘De oorlog in de keuken’ van Jan Beerling is goed voor een heleboel interpretaties. Wat is de rol van bijvoorbeeld de groenten?
- Dit geldt ook voor het bijzondere verkeersbord ‘overstekende bejaarden met ! in het werk ‘wacht op instruktie’ van Huub Mikx.
- Een mooie voorstelling vind ik ‘Verstild leven’ van Anne Wind waarin bloemen vast een speciale functie hebben.
Het gaf mij veel plezierige energie om zelf betekenissen bij de vele werken te bedenken.
Een heel mooie natuurvorm vind ik ‘Koraal’ van Hiske Loomans-de Sonneville. Zulke mooie vormen zie je echt door een loep of binoculair.
Het jaar 2010 is het jaar van de biodiversiteit. Hierbij is niet alleen het aantal soorten planten, dieren etc. van belang maar vooral ook de leefomgevingen waarin deze leven. Het belang van diversiteit kan ik niet genoeg benadrukken. Wat betreft de natuur geldt dat niet alleen voor de natuurgebieden maar ook voor de natuur binnen het stedelijk gebied. De diversiteit is daar vooral gediend met stil maken. Concreet betekent dit dat we kleine gebiedjes, soms maar een paar vierkante meters, eens tijdje met rust moeten laten. Natuur maken kost tijd en dat soort processen laten zich niet echt versnellen. De natuur regelt dan zelf we wat er wel en niet komt, een eigen specifieke diversiteit van planten en dieren voor dat gebiedje. Samen vormen die gebiedjes een bron van grote diversiteit in de stad, waar ik u het nodige over zou kunnen vertellen. Dat zelfde belang van diversiteit geldt volgens mij ook voor uw kunstwerken. Ook hier geldt niet alleen het aantal kunstwerken maar ook de mogelijkheid dat ze gecreëerd blijven worden. Een wereld zonder nieuwe kunstwerken zou de wereld op een verkeerde manier stil maken. Ik hoop dat u als kunstenaars blijft doorgaan met stil maken en de natuur blijven gebruiken als inspiratiebron.
Ik nodig u uit om straks rustig rond te kijken op onze Heemtuin waar we ook verschillende plekjes stil hun gang laten gaan.
Ik dank u voor de aandacht.
Jan Zwienenberg,
Juli 2010